Vergankelijkheid

"Deze wereld is slechts een vluchtige droom, 
waarom schrik je dan zo van zijn vergankelijkheid".
~Ikkyu


Verschillende spirituele wegen bieden ons de mogelijkheid onze egocentrische levenshouding te doorbreken en in contact te komen met de spirituele dimensie. Spiritualiteit betekent aanwezig-zijn in de ervaring van de levende stroom van zijn. Het is aanwezig-zijn in het eeuwige ritme van de spirituele adem. We zijn elk moment één met de bron en tegelijkertijd in contact met de oneindige veelheid die daaruit voortvloeit.

In het meegaan met de pulserende beweging van de oerkracht, blijkt leven niet anders te zijn dan doodgaan. Zodra we geboren worden, zullen we sterven. Leven is doodgaan. Doodgaan is weer opnieuw leven. Elk moment geboren worden en weer sterven. Elk moment opkomen en weer neergaan van gedachten, beelden en gevoelens. Elk moment beseffen dat het leven onderhevig is aan vergankelijkheid. We kunnen niets definitief controleren en vasthouden. We kunnen wel leren mee te stromen en proberen aanwezig te zijn in de bewuste ervaring van de bezieling, die de vergankelijkheid omvat.

Het ontwikkelen van deze spirituele houding blijkt in de praktijk een moeilijke opgave te zijn. In het bewandelen van een spirituele weg bevinden we ons regelmatig in een strijd tussen leven of dood, tussen vastgrijpen of loslaten. Wij zijn op weg ons open te stellen voor de bron van het leven en dienen daarbij vele vaste patronen en gehechtheden los te laten. Tegelijkertijd hebben onze persoonlijke conditioneringen diepe wortels. We laten ons hierdoor automatisch bepalen en blijven krampachtig aan het leven vasthouden. Ook al willen we ons oprecht openstellen en elk moment de vergankelijkheid van het leven tot in het diepste van ons wezen laten doordringen, de verleiding is groot in de valkuil van een materialistische levenshouding te vallen. Er wordt constant een enorme zuigkracht op ons uitgeoefend in de richting van een egocentrisch denkkader.

We zoeken naar bevrijding en luisteren naar inspirerende woorden van spirituele wegen, maar blijven ondertussen aan het leven gehecht. Wij blijven een diepgeworteld gevoel houden dat wij een persoonlijke afzonderlijke identiteit bezitten. Een soort substantie die we ‘ik’ noemen. Door de aanwezigheid van dit ik-besef negeren we de vergankelijkheid van het leven. Wij willen dat het leven doorgaat en liefst zo lang mogelijk. We bouwen kost wat kost een schijnwereld van zekerheid. We benaderen het leven vanuit onze eigen belangen. We beleven de persoonlijkheid niet meer als een masker waarachter onze spirituele essentie schuilgaat, maar wij zijn het masker zelf geworden.

De vergankelijkheid confronteert ons met onze vastgeroeste houding. Wij hebben een muur om ons heen gebouwd waar bezieling zich niet meer kan tonen. We hebben de ik-beleving verabsoluteerd. Dit materialistische perspectief werkt als een vicieuze cirkel. Alle energie gaat naar ons ik-besef en zorgt er zodoende voor dat de ik-gerichtheid in stand blijft en vaak nog eens versterkt wordt. Door ons op deze schijnwereld te fixeren, leven we in een bewustzijnsvernauwing. We zijn afwezig, niet wakker. We zijn niet tegenwoordig in onze levende ervaring. We ontkennen de universele wet van verandering en hebben daardoor geen bewust contact met de spirituele bron van het leven.

Regelmatig kunnen scheuren ontstaan in de schijnwereld van onze zekerheid. Op indringende momenten realiseren we dat doodgaan onvermijdelijk is omdat een dierbaar persoon overlijdt of dat we ons leven niet kunnen beheersen vanwege een conflict, ongeluk of ziekte. Dan blijkt dat de vergankelijkheid onlosmakelijk met het leven verbonden is.

In het volgende citaat geeft Sogyal Rinpoche op treffende wijze de onvermijdelijkheid van vergankelijkheid weer:

Verandert alles niet voortdurend: de bladeren van de bomen in het park, het licht in je kamer terwijl je dit leest, de seizoenen, het weer, de tijd van de dag, mensen die op straat voorbijgaan? En hoe zit het met ons? Lijkt alles wat wij in het verleden hebben gedaan nu niet een droom?

De vrienden waar we mee opgroeiden, de geliefde plekjes uit onze jeugd, de visies en meningen die we er eens zo hartstochtelijk op nahielden: we hebben ze allemaal achter ons gelaten. De cellen in ons lichaam sterven, de neuronen in onze hersenen vergaan, zelfs onze gelaatsuitdrukking verandert voortdurend, afhankelijk van onze stemming. Wat we verstaan onder ons karakter is in feite niet meer dan een bewustzijnsstroom. Vandaag voelen we ons goed, omdat de dingen goed gaan; morgen voelen we het tegenovergestelde. Waar is dat goede gevoel gebleven?

Nieuwe invloeden namen bezit van ons toen de omstandigheden veranderden: wij zijn vergankelijk, de invloeden zijn vergankelijk, en er is nergens iets te vinden dat solide of blijvend is. Het enige dat we werkelijk hebben is het nu.
[Tibetaanse boek van leven en sterven]

Zijn we echter in staat deze vergankelijkheid toe te laten?

In de praktijk blijken we vaak bang te zijn voor de vergankelijkheid. We zijn bang om los te laten. Loslaten betekent vanuit ons beperkte ik-besef gezien dat er helemaal niets meer over blijft. Als ik het leven loslaat, denk ik dat ik zal verdwijnen. We blijken ontzettend gehecht te zijn aan het leven en nemen alles wat we ‘hebben’ als uitgangspunt. Loslaten van belangrijke ideeën, spullen of dierbare mensen roept dan onherroepelijk angst, wanhoop en verlies op. Wij willen niet met deze pijnlijke ervaringen geconfronteerd worden. Wij willen niet loslaten.

Loslaten wil echter niet zeggen dat we onszelf verliezen of opgaan in een onbewuste toestand. Loslaten is een noodzakelijk proces binnen een meditatieve scholing. Willen we actief ontvankelijk worden voor de levende stroom van zijn dan zullen we moeten leren los te laten. Vanuit dit perspectief betekent loslaten of meditatief sterven een overgangsritueel of een poort naar ruimte, licht en vreugde en bevestigen we juist de volheid van het authentieke leven.

Wat dienen we nu precies los te laten?

Het gaat om het loslaten van onze egocentrische levenshouding en de gehechtheid aan het leven. Loslaten of onthechten betekent echter niet een vorm van verdringing of onthouding. Het gaat er niet om mooie dingen los te laten of dat we niet meer van het leven en van mensen mogen genieten. Integendeel. Het gaat juist om het los laten van onze krampachtige houding van vastgrijpen en vasthouden. Deze krampachtige houding impliceert beperktheid, een vorm van fixatie. Zodra we deze fixatie op de vastgeroeste patronen en de dominante ik-beleving kunnen opgeven, manifesteert zich de grondslag van ons wezen, de spirituele essentie, de levende ervaring van leegte en volheid. Dan zijn we midden in het leven aanwezig, maar worden we er niet door geleefd of bevangen.

De grondslag is open en helder, allesomvattend. Vanuit een panoramisch bewustzijn participeren we aan het leven zoals het is: volledig, kleurrijk en ik-loos, in verbondenheid met een onpeilbare diepte, een heldere liefdevolle ruimte die zich op unieke wijze toont als mijn ware aard.

Voordat we ons fundamenteel voor de essentie of levende stroom kunnen openstellen, zullen we steeds weer opnieuw in het meditatieproces met de strijd tussen leven of doodgaan worden geconfronteerd. Op verschillende subtiele niveaus proberen we even open te zijn en los te laten, om direct daarna weer te vervallen in identificatie en vastgrijpen. Er blijft een diep geworteld mechanisme aanwezig om de vergankelijkheid te willen vermijden op zoek naar zekerheid en controle.

Ook al weten we conceptueel dat loslaten heilzaam is en dat de volheid van het leven zich kan tonen, zodra we werkelijk onszelf dreigen te verliezen of als we met de vergankelijkheid in aanraking komen, schrikken we hiervan.

Het is belangrijk te beseffen dat de strijd tussen loslaten en vastgrijpen een centraal onderdeel is van de meditatietraining. Iedere keer als we ons open stellen en een drempel overgaan, komen we weer een nieuwe drempel tegen. Het is te vergelijken met het afpellen van een ui. Willen we doorgaan tot de kern dan zullen we vele lagen tegen komen. Het doorbreken of loslaten van deze lagen is in wezen een vreugdevol proces, want het licht breekt door, de spirituele zon begint te schijnen en onze ervaring wordt gevoed met vertrouwen, verzachting en warmte. Maar voor veel mensen blijkt echter het meditatieve loslaten een pijnlijk proces te zijn. Zodra we tegen een grens aanlopen, worden onze diepgewortelde patronen, gehechtheden en gewoontes zichtbaar. Dit brengt vaak een schok te weeg. We kunnen dan overdonderd worden door gevoelens van onmacht, zinloosheid, frustratie of depressie en proberen de boel krampachtig onder controle te houden.

Hoe is het mogelijk dat we ons zo vastzetten terwijl loslaten juist zoveel ontspanning en helderheid teweeg kan brengen? Want als we goed kijken, is alles wat ontstaat vergankelijk en zijn we helemaal niet instaat om permanent de zaken te controleren. Het heeft ook geen zin om het vast te houden, het leven verandert toch en het vasthouden levert alleen maar pijn op.

Alles wat geboren wordt, is vergankelijk en zal sterven.
Alles wat bijeengebracht wordt, is vergankelijk en zal opraken.

Alles wat samenkomt, is vergankelijk en zal uiteengaan.
Alles wat opgebouwd wordt, is vergankelijk en zal instorten.
Alles wat opkomt, is vergankelijk en zal ten val komen.

Vriendschap en vijandschap, geluk en verdriet, goed en kwaad,
alle gedachten die door je hoofd spelen,
alles is voortdurend aan het veranderen.
~Patrul Rinpoche


Wordt wakker en laat los. Besef tot in het merg van je botten dat alles wat verschijnt voortdurend verandert. Kan je dat werkelijk toelaten en voelen?

Het proces van loslaten betekent niet dat we gevoelloos moeten worden zodat we allerlei pijnlijke ervaringen niet meer beleven. Het is een natuurlijke reactie dat we bij loslaten of meditatief sterven angst, wanhoop of verdriet zullen ervaren. Alleen hoe gaan we daar mee om?  Laten we ons helemaal door deze ervaringen bepalen? Worden we iedere keer weer in de onmacht, depressie of zinloosheid meegesleurd? Of worden we totaal één met deze ervaringen, zodat we ze het volgende moment in openheid en vreugde totaal los kunnen laten? Kortom, hoe gaan we om met onze pijnlijke neurotische patronen?

Het vraagt veel geduld, vertrouwen, doorzettingsvermogen en beoefening om werkelijk los te laten en patronen te doorbreken. Onze overlevingsstrategie van grijpen en afkeren heeft zich flink vastgezet. Tegelijkertijd biedt deze strijd een mogelijkheid tot bevrijding te komen.  Het is een fundamentele uitdaging verschillende hindernissen te overstijgen en uiteindelijk inzicht te ontwikkelen in de grondslag van het leven.

De meest krachtige oefening in het leren omgaan met de diepgewortelde neurotische patronen is liefdevolle aandacht. Liefdevolle aandacht is ruimte scheppen en realistisch zien wie we zijn en hoe we handelen, vanuit volledige acceptatie, zonder te oordelen. Liefdevolle aandacht kan ons bewustzijn thuis brengen en een fundamenteel vertrouwen geven. We kunnen leren in het ‘hier en nu’ te zijn en vanuit het hart werkelijk in contact te staan met het leven zelf.

Vaak wordt door leraren binnen spirituele tradities opgeroepen om in de meditatie te sterven. Sterf bewust op je meditatiekussentje. Sterf nu, op dit moment, in volle aanwezigheid. Laat los, geef je over. Sterf terwijl je leeft en voel tot in het merg van je botten het warme, open en omvattende gewaarzijn.

Of anders geformuleerd: Laat de verdediging van ego los, even geen voorkeuren meer, laat de weerstand gaan, zonder begeerte niet meer overal op reageren, even niet met de zaken bemoeien. Waar ben je nu? Hier ! Zonder inspanning aanwezig zijn, niets doen !

We bezitten zodoende de mogelijkheid ons werkelijk open te stellen voor de levende stroom en de gehechtheid aan het leven te neutraliseren. De levende stroom heeft een genezende werking. Door volledig en helder het leven te aanschouwen zoals het is en meegaan met de beweging van de vergankelijkheid, zonder vastgrijpen, zonder identificatie, kan het helende licht de pijn verzachten en de patronen losweken. Dan is er meegaan met de pulserende beweging van de heldere ruimte en de spontane realisatie van een wakkere geest.

"Wanneer voortduring eindigt, bestaat de mogelijkheid voor het eeuwige nieuwe. Wij vrezen echter dit eindigen en we zien niet in dat door het eindigen de hernieuwing, het scheppende, het ongekende kan ontstaan - niet door het meeslepen van dag tot dag van onze ervaringen, onze herinneringen, onze mislukkingen. Slechts wanneer wij dagelijks sterven van al dat oud is, kan het nieuwe zijn. De persoon, de voortbestaande entiteit, die het ongekende, het werkelijke, het eeuwige zoekt, zal het nooit vinden, omdat hij slechts dat kan vinden wat hij uit zichzelf projecteert en wat hij projecteert is niet het werkelijke. Door beëindiging, door sterven, kan het nieuwe gekend worden. Slechts dan kent men de dood, terwijl men leeft. Alleen in dat afsterven, in dat eindigen, in het doen ophouden van voortduren, ligt vernieuwing, welke eeuwig is."
~Krishnamurti


Alles staat in het licht: mijn onzekerheid, de onrust, al die verwachtingen, zoveel frustraties. Het mag er zijn. Helemaal betrokken duik ik er in, met een zachte aandacht en tegelijkertijd is er een open sfeer. Wonderbaarlijk hoe het allemaal oplost. Pijnlijke situaties blijken tijdelijk te zijn.

Ik neem innerlijk toevlucht. Mijn lichaam is stil en aanwezig. Mijn hoofd is zwijgzaam, zowel uiterlijk als binnenin even geen gebabbel. Mijn hart is geopend.

Door de poort gaan. Mijn lichaam wordt transparant, een grenzeloze ruimte verschijnt. Mijn hoofd is helder en opmerkzaam voor wat er is. In mijn hart straalt een warm gevoel: liefde, compassie, vreugde en vrede.

~Kees Voorhoeve